Het ontdekken van de natuur is geschikt voor iedere doelgroep. Als kinderen heel klein zijn kun je hen al betrekken bij deze ‘ontdekkingstocht’. Door op een laagdrempelige en speelse manier, op het niveau van het kind, met de natuur bezig te zijn stimuleer je de zintuigen en hun verdere ontwikkeling. In deze blog gaan we hier dieper op in.

In het eerste levensjaar leert een baby enorm veel. Denk hierbij aan het ontdekken van zijn eigen handen, zijn hoofd optillen, rollen, kruipen, zitten en staan. Rond het eerste jaar gaat een baby vaak zijn eerste stappen zetten.

Ook de zintuiglijke ontwikkeling is volop in ontwikkeling tijdens het eerste levensjaar. De term ‘zintuigen’ klinkt je vast niet onbekend in de oren: proeven doe je met je tong, kijken met je ogen, luisteren met je oren en ruiken met je neus. Vanzelfsprekend voor volwassenen, maar bij baby’s is dit nog vol in ontwikkeling. Ook is er nog een ander orgaan dat erg belangrijk is in deze ontwikkeling van de baby en dat is het tastzintuig.

Tastzintuig
Er bestaat oppervlakkige- en diepe tastzin. De oppervlakkige tastzin is het ontvangen van prikkels op de huid. Al direct na de geboorte reageert een baby op aanraking. Voor een baby is het erg belangrijk dat hij aangeraakt, gekoesterd en geknuffeld wordt.

De diepe tastzin gaat onder andere over spierspanning. Kinderen leren door diverse ervaringen hoe ze hun spieren moeten aanspannen om vooruit te tijgeren/kruipen, te zitten en in evenwicht te blijven. Ze leren hoeveel kracht ze moeten gebruiken en welke houding ze moeten aannemen. Goed ontwikkelde zintuigen zijn van belang om je motorisch te kunnen ontwikkelen: je kunt bijvoorbeeld pas een bal vangen als je hem ziet.

Stimuleren van de ontwikkeling door middel van de natuur
De natuur kan een grote bijdrage leveren in het stimuleren van deze bovenstaande ontwikkelingen. Door te gaan wandelen met de wandelwagen en de baby’s uiteindelijk te laten ervaren hoe de natuur om hen heen aanvoelt en er uitziet, laat je hen op een rustige manier kennismaken met de natuur.

Omdat het zicht van een baby pas volledig ontwikkeld is vanaf één jaar, zijn baby’s erg gefocust op geluiden. Je kunt de geluiden die je hoort tijdens het wandelen benoemen, nadoen en aanwijzen. Denk hierbij aan het ritselen van de blaadjes, een vogel die fluit, een auto die voorbijrijdt, schapen in het weiland, enzovoort.

Door op een laagdrempelige manier met baby’s de natuur te ontdekken kun je de zintuiglijke ontwikkeling stimuleren. De baby voelt namelijk allerlei natuurlijke materialen met de zintuigen. Hoe voelt het gras? En hoe voelt het zand?

De grove motoriek is ook een ontwikkelingsgebied wat tijdens een natuuractiviteit kan worden gestimuleerd. De baby kan zich, in een veilige buitenomgeving, zelf voortbewegen. Buiten is ook van alles te voelen en te ontdekken. Door baby’s in een rompertje op het gras of in het zand te leggen voelen ze de ondergrond met hun ellebogen, knieën, handen en voeten. Het aanwezig zijn in de natuur en hen de ondergrond laten ervaren stimuleert de sensomotorische ontwikkeling.