Lieveheersbeestjes zoeken

We gaan buiten op zoek naar lieveheersbeestjes. Hoe zien deze dieren eruit? Hij klapt zijn vleugels uit, en vliegt weg; dááág lieveheersbeestje!

Tijdsduur: 30 minuten
Voorbereidingstijd: 15 minuten
Doelgroep: Peuter (2-4 jaar), Kleuter (4-6 jaar)
Doelgroepsgrootte: Groep tot 10 kinderen
Ontwikkeling: Cognitieve ontwikkeling, Taal ontwikkeling

Wat heb je nodig?

  • picknickkleed
  • insectenpotje
  • vergrootglas
  • optioneel: een boek over lieveheersbeestjes

 

 

 

Voorbereiding:

  • Verzamel de benodigdheden, zodat je straks direct naar buiten kunt gaan.
  • De foto's die in de bijlage staan kun je printen, zodat je deze aan de kinderen kunt laten zien.

Tip: Wanneer je aan de slag gaat met het zoeken naar lieveheersbeestjes, dan is het belangrijk dat je voorzichtig met de diertjes omgaat. Je bent als pedagogisch medewerker een voorbeeld. Het kind zal aandachtig kijken hoe je dit doet en zal dit vaak overnemen.

Introduceer de activiteit

Praat samen over lieveheersbeestjes

Ga samen naar buiten. Neem het picknickkleed mee en ga hier samen op zitten. Praat eerst met elkaar over deze diertjes: Hoe ziet een lieveheersbeestje eruit? Pak de foto’s uit de bijlage erbij en kijk hier samen naar.
Let op:
De laatste bijlage is vooral geschikt voor de kleuters.
Vervolgens ga je samen met elkaar in gesprek. Welke kleur heeft het lieveheersbeestje? Heeft hij ook vleugels? En pootjes?

Tip: Wijs aan op de foto wat je vertelt. Praat niet te snel en ga in op de vragen en behoeftes van de kinderen. Herhaal de informatie als ze dit fijn vinden of sla informatie over als het teveel lijkt te zijn.

Boekentips

Introduceer de activiteit door samen een boekje te lezen of een liedje te zingen. Suggesties:

  • Het lieveheersbeestje - Bernadette Gervais
  • Het leven van een…lieveheersbeestje - Charlotte Guillain           
  • Het bijzonder beestjes boek - Yuval Zommer
  • Het lieveheersbeestje dat niet lief deed - Eric Carle

Vragen die je de kinderen kunt stellen:

  • Bekijk het lichaam van het lieveheersbeestje: Waar is de kop? Wat is de achterkant? Hoeveel pootjes heeft hij?
  • Ze lijken op een half balletje. Zullen wij samen eens proberen om ook een half balletje met ons lichaam te maken?
  • Hebben jullie al goed op de rug van het lieveheersbeestje gekeken? Wat zien jullie daar?

Liedje

Er loopt een klein beestje, bij ons op het raam.
Ze heeft zes dunne pootjes. Een rood jasje aan.
Maar met die dunne pootjes loopt ze toch heel vlug.
Ze heeft een mooi zwart kopje. Stipjes op haar rug. 

Aan de slag

Op zoek naar lieveheersbeestjes

Lieveheersbeestjes leven in bomen en struiken en klimmen in planten. Laat de kinderen bedenken wat een goede plek zal zijn om lieveheersbeestjes te vinden. Misschien is er wel een plekje vlakbij jullie gebouw wat hier geschikt voor is, of hebben jullie bosjes of een park dichtbij?

Ga samen op ontdekkingstocht! Kijk om je heen en benoem wat je ziet. Benoem de planten, de bloemen, de lucht, de zon en al het andere wat je tegenkomt. De kinderen worden op deze manier bewust van hun omgeving en bovendien is het ook erg leerzaam om eens op een andere manier buiten te lopen!

 

 

Hebben jullie één of meerdere lieveheersbeestje(s) gevonden? Stop het dan voorzichtig in een insectenpotje en bekijk het met de loep. Praat samen met de kinderen over het uiterlijk van het lieveheersbeestje en vertel nog wat meer over dit diertje.

Achtergrondinformatie over het lieveheersbeestje
Lieveheersbeestjes komen uit een ei. Als ze hier uitkomen zijn het nog geen lieveheersbeestjes, maar larven! Het lijfje van een larf is niet bol en glad, maar juist plat en stekelig. Voordat een larve een lieveheersbeestje wordt moet hij heel veel eten. Hij eet bladluizen. Als een larve veel eet gaat hij groeien, net als jullie! Een larve is ongeveer drie weken lang een larve, voordat hij een lieveheersbeestje mag worden.

Als de larve heel groot is geworden, dan is hij klaar om te verpoppen. De larve gaat op een blaadje zitten van een boom of op een plant en blijft heel stil zitten in zijn zelfgemaakte huisje wat je een cocon noemt. De cocon ziet eruit als een bruine druppel. Binnenin de cocon verandert de larve. Hij krijgt vleugels en een mooi schild met stippen. Na ongeveer twee weken kruipt hij uit zijn cocon (huisje) en is hij een lieveheersbeestje geworden. Na enkele uren buiten de cocon krijgt hij zijn mooie kleur en stippen en kan hij vliegen.

Als iedereen het lieveheersbeestje uitgebreid bekeken heeft zetten jullie het lieveheersbeestje weer terug op de plek waar hij vandaan kwam.

Tip

Rond de oktobermaand gaan de lieveheersbeestjes op zoek naar een plek om te overwinteren. Aan het eind van de winter (februari en maart) worden de lieveheersbeestjes weer actief, en gaan rondlopen of vliegen. Kijk dus naar de mogelijkheid om lieveheersbeestjes te kunnen vinden.

Ontwikkelingsgebieden stimuleren

Bij deze activiteit stimuleer je een aantal ontwikkelingsgebieden. Door te vertellen, de kinderen veel te laten benoemen en samen te praten over lieveheersbeestjes stimuleer je de mondelinge taalontwikkeling. De cognitieve ontwikkeling stimuleer je door dieper op het onderwerp in te gaan, met vragen zoals: Hoe zien ze eruit? Waar leven ze? Wat eten ze? Door deze diertjes van dichterbij te bestuderen, zullen de kinderen zich ook bezighouden met kleuren en vormen. Welke kleur heeft een lieveheersbeestje en wat zien ze op de vleugels zitten? Doordat het kind in de natuur zoekt en de natuur mag aanraken stimuleer je de sensomotorische ontwikkeling. Het kind loopt door het gras en zoekt met de handen door de blaadjes en struiken.